Dit stilleven is opgesteld voor een donkere achtergrond op een grijzige tafel, met een slinger van verschillende fijn geschilderde, naturalistische bloemen en een weelderige, gouden Renaissance-tazza gevuld met bloemen. Een delicate witte bloemstengel en een blaadje zijn uit de tazza gevallen. De bloemen ernaast dragen een ambivalent symbool van vergankelijkheid, aardse schoonheid en sensualiteit. De typische kleuren die door Jan Brueghel de Jonge werden gebruikt—zowel in de bloemen als in de glanzende tazza—worden met een licht vette (dikke) penseelstreek aangebracht, waardoor een luminescent effect ontstaat.Het schilderij dateert uit het begin van de jaren 1630 en volgt nog steeds de bloemenschildertraditie die door zijn vader, Jan Brueghel de Oude, was vastgesteld, zoals gebruikelijk was voor zijn vroege werken. (Zie Klaus Ertz en Christina Nitze-Ertz: Jan Brueghel de Oude, Deel 3, Lingen 2008-2010, Werknummers 458-59). De oudere Brueghel had zijn oudste zoon, een getalenteerde kunstenaar, al laten samenwerken met hem aan bloemenschilderijen voordat hij naar Italië reisde (1622-1625) (ebid., Werknummers 426-29). In 1625 werd Jan Brueghel de Jonge echter teruggeroepen uit Italië na het onverwachte overlijden van zijn vader en moest hij zijn atelier overnemen. Later dat jaar werd hij toegelaten tot het Antwerps Sint-Lucasgilde.Op het hoogtepunt van zijn carrière schilderde Jan... lees verder bij Catawiki
Veilingagenda gebruikt cookies om je een zo goed mogelijke service te bieden. Zie ons cookie statement. Door verder te gaan op deze website stem je in met deze cookies.